De sterke achteruitgang van de gladde slang in Nederland sinds de jaren 1970

Het verspreidingsgebied van de gladde slang (Coronella austriaca) in Nederland omvatte ooit grote delen van de hogere zandgronden. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt tegenwoordig op de Veluwe. Voor 1971 komt de soort verspreid over de hoge zandgronden (met uitzondering van de duinen) van Nederland voor. Veel heideterreinen en hoogveengebieden zijn bezet. In Zuid-Limburg is de soort aanwezig op de Sint Pietersberg en het Vijlenerbosch en omgeving nabij Vaals. Van 1971 tot 1995 valt, met uitzondering van de twee grootste kerngebieden (Veluwe en Drenthe-Friesland), een sterke achteruitgang in de verspreiding te constateren. In deze periode is de soort voor het laatst vastgesteld op de Utrechtse Heuvelrug. De laatste waarneming dateert van 1971 en komt uit de omgeving Hilversum/Bussum. Rond die tijd verdwijnt in Gelderland de gladde slang ook definitief ten oosten van de Veluwe uit de landgoederenzone rond Brummen (Leusveld en Voorstonden). Uit Overijssel worden na 1970 nauwelijks nog gladde slangen gemeld. Er zijn waarnemingen uit het Zeesserbosch ten zuiden van Ommen (1985) en Hengelerheurne ten oosten van Oldenzaal (1976). Van het Wierdense Veld zijn ook in deze periode bevestigde waarnemingen bekend. Op de Brunssummerheide en omgeving na is de soort uit Zuid-Limburg verdwenen. Van 1996 tot 2007 heeft een verdere achteruitgang in de verspreiding plaatsgevonden en verschillende deelpopulaties zijn verdwenen of geïsoleerd geraakt. De Veluwe vormt nog steeds het belangrijkste kerngebied met 30 grotendeels aaneengesloten bezette uurhokken. Het Drents-Friese grensgebied met onder andere het Fochteloërveen en het Dwingelderveld vormt de andere grote verspreidingskern.

Bron: Nederlands soortenregister
http://www.nederlandsesoorten.nl/nsr/concept/000455512128/presenceAndDi…