Sinds 2013 ligt in de EU een richtsnoer klaar om bijen en andere insecten te beschermen tegen pesticiden. De invoering daarvan wordt al jaren getraineerd, en Nederland blijkt daaraan mee te doen: ons land betoont zich gevoelig voor de argumenten van de pesticide-fabrikanten. Sinds januari 2019 ligt er een drastisch afgezwakte versie van het richtsnoer ter tafel. ‘Soms verlies ik mijn motivatie,’ verzucht degene tegenover me. ‘Er is nu vijf of zes jaar tijd verspild. Als het mensen het niet interesseert dat de bijen verdwijnen, dan accepteer ik dat. Maar waarom die bijen sterven, moet dan wel duidelijk zijn.’
Onderwerp van ons gesprek is de ‘Bee Guidance’, een Europees richtsnoer dat bijen en hommels beter moet gaan beschermen tegen schadelijke effecten van bestrijdingsmiddelen. Het document ligt al sinds 2013 op goedkeuring te wachten. Mijn bron kent het dossier van dichtbij, en ziet al jarenlang documenten voorbij komen zonder dat de zaak ook maar een millimeter vooruit komt. Dat maakt mijn bron enigszins wanhopig: er gebeurt niets, en de bijensterfte neemt inmiddels dramatische vormen aan. Vandaar dat de bron me graag vertelt welke belangenstrijd er op de achtergrond speelt. Vanwege de gevoeligheid van het dossier heeft de bron om strikte anonimiteit verzocht.
Het richtsnoer veroorzaakt grote nervositeit, met name in het hartland van de Duitse chemiesector: denk aan Bayer en BASF. ‘Veel van hun producten zullen van de markt moeten verdwijnen,’ zegt de bron. De zorgen van de chemiesector vinden weerklank bij een deel van de lidstaten: vandaar dat er maar niets gebeurt.
De tijd dringt echter, benadrukt mijn bron: de bewijzen dat bijen en andere insecten in hoog tempo verdwijnen, stapelen zich op. Begin dit jaar publiceerden onderzoekers van de universiteit van Queensland een overzichtsstudie waarin ze wereldwijde trends samenvatten. Hun conclusie, gebaseerd op gegevens uit 73 verschillende onderzoeken, liegt er niet om: ruim 40 procent van alle soorten insecten kampt met grote sterfte. Een derde wordt inmiddels zelfs met uitsterven bedreigd.
De oorzaken die de onderzoekers in de onderliggende studies vonden, zijn teloorgang van leefgebied (‘habitatverlies’), plus vervuiling en vergiftiging. ‘Met name de intensivering van de landbouw [...] is de wortel van het probleem,’ concluderen ze. ‘Daarbinnen is het meedogenloze gebruik van synthetische pesticiden een grote veroorzaker van recente insectensterfte.’
‘Plummeting insect numbers threaten collapse of nature’, kopte de Britse The Guardian naar aanleiding van de studie. De onderzoekers waarschuwen dat drastisch ingrijpen vereist is om een ineenstorting van ecosystemen te voorkomen. De wereld kan immers niet zonder insecten. Ze zijn nodig voor het recyclen van voedingsstoffen in de bodem, dienen als voedsel voor andere diersoorten, en zijn onontbeerlijk voor de bestuiving van gewassen. Driekwart van ’s werelds landbouwgewassen is voor bevruchting afhankelijk van insecten, met name van bijen; datzelfde geldt voor veel wilde planten.
De alarmerende krantenkoppen over de insectensterfte klinken door in de bestuurskringen waarin mijn bron zich bevindt. Maar bestrijdingsmiddelen aan banden leggen is een precaire kwestie. ‘Er wordt grote druk gevoeld’, zegt de bron. ‘De burgers verwachten dat er iets aan wordt gedaan. Maar er is ook een sterke lobby van de agrochemische industrie.’
Die sector heeft er alle belang bij dat de voorgenomen maatregelen op de lange baan worden geschoven. Drie van de vijf wereldspelers in bestrijdingsmiddelen hebben hun hoofdzetel in Europa: Bayer, BASF en Syngenta. De totale markt voor pesticiden in Europa beloopt naar schatting ruim 12 miljard euro.
Uit lobbybrieven die FTM kon inzien, blijkt dat de chemiegiganten vrezen dat het richtsnoer het ‘vrijwel onmogelijk’ zal maken om bestrijdingsmiddelen toegelaten te krijgen. Blijkens een brandbrief die ze op 16 juni 2017 aan een hoge Europese ambtenaar stuurden, dreigen 51 insecticiden dan strenger te worden gereguleerd. Ook veel onkruidverdelgers (herbiciden) en middelen tegen schimmels (fungiciden) zouden van de markt verdwijnen, zo vreest de sector.
De Bee Guidance is een handleiding voor toezichthoudende instanties in de EU. Voordat een pesticide op de markt wordt toegelaten, worden eerst op Europees niveau alle werkzame bestanddelen apart onderzocht. Daarna kijken de nationale autoriteiten naar de ‘gemengde’ eindproducten; in Nederland is dat het College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). In het bijenrichtsnoer staan de testmethoden beschreven waarmee onderzocht moet worden welke risico’s de middelen voor bijen hebben.
Maar hoewel het persbericht waarmee de nieuwe Bee Guidance werd aangekondigd al uit juli 2013 stamt, hebben de EU-lidstaten tot op heden geweigerd ermee in te stemmen. Het gedraal in Brussel heeft recent tot vragen in het Nederlandse parlement geleid. Waarom duurt het zo lang voor het richtsnoer wordt ingevoerd, wilde de Partij voor de Dieren op 28 januari 2019 van landbouwminister Carola Schouten (ChristenUnie) weten?
Het antwoord van de minister kwam op 13 maart: een ‘groot aantal lidstaten’ vindt onderdelen van het document ‘niet uitvoerbaar’, schrijft ze. De testen zouden volgens hen te streng zijn, waardoor bestrijdingsmiddelen ten onrechte als riskant worden bestempeld. Zestien EU-landen willen daarom niet met de Bee Guidance instemmen. Nederland is daar een van, blijkt uit een terloopse opmerking in de Kamerbrief: ‘Nederland heeft ingebracht dat verbetering van de praktische toepassing van het Bee Guidance document wenselijk is,’ meldt de minister.
Dat Nederland bij het clubje blokkerende landen hoort, is essentiële informatie: want onder druk van deze lidstaten wordt het voorstel nu drastisch aangepast. Dat staat in bedekte termen in Schoutens Kamerbrief: ‘Omdat de Europese Commissie op korte termijn geen verschuiving ziet in de posities van lidstaten, zal de EC nu voorstellen [tot] de gefaseerde invoering van het Bee Guidance document’.
De Europese Commissie heeft dit nieuwe voorstel in januari aan de lidstaten voorgelegd. De minister wil dat niet met de Kamer delen, schrijft ze, omdat het een ‘werkdocument’ is. FTM kreeg echter inzage in het vertrouwelijke plan. Terwijl Schouten spreekt over ‘gefaseerde invoering’, schrapt de Europese Commissie voor de meeste testcriteria de concrete invoeringsdatum.
‘Dit is nogal schokkend,’ zegt hoogleraar milieu- en gezondheidsrisico's Jeroen van der Sluijs (Universiteit Utrecht) wanneer hij het Europese voorstel onder ogen krijgt. ‘Alles wat aan de hand van de recente stand van de wetenschap aan de Bee Guidance is toegevoegd, verdwijnt hier weer van tafel.’
Van der Sluijs stelt dat de huidige risicoanalyse in Europa voor bijen ‘hopeloos verouderd’ is. Zo wordt vrijwel niet getest op chronische toxiciteit, de effecten op langere termijn. ‘Bij pesticiden kan de giftigheid zich opstapelen. Bijen raken dan niet acuut vergiftigd, maar sterven binnen een paar weken alsnog. Daar moet je specifiek naar kijken.’
Ook de niet-dodelijke effecten zijn een blinde vlek. Onderzoek laat zien dat pesticiden het navigatievermogen van bijen kunnen aantasten. ‘Dan verdwalen ze,’ zegt Van der Sluijs, ‘en sterven ze door honger en kou’. Een test om dat te detecteren is in het vertrouwelijke voorstel tot nader order uitgesteld. In totaal worden meer dan twintig testen geschrapt.
Achter de schermen blijken andere lidstaten, in tegenstelling tot Nederland, zeer kritisch te zijn over de ontwikkeling van het dossier. Geen van die landen wilde on the record praten. Maar FTM kon de hand leggen op correspondentie tussen een aantal EU-lidstaten en de milieuambtenaar van de Commissie die aan het voorstel werkt. Zo is de vertegenwoordiger van Oostenrijk het gesjagger meer dan beu: hij merkt op dat ‘de herhaalde vertraging’ van de Bee Guidance moet stoppen, en dat het richtsnoer van 2013 ‘de best beschikbare wetenschappelijke methode beschrijft om de risico’s voor bijen te beoordelen.’
Bij de e-mails die FTM kon inzien, zit ook het commentaar van Nederland. Wat blijkt: Nederland wil juist nog meer veiligheidstesten uit het Europese richtsnoer schrappen. ‘NL waardeert dat het gewijzigde implementatieplan nu ruimte biedt voor de invoering van de minder controversiële onderdelen van de nieuwe GD [guidance document], en dat er een update gaat komen voor de problematische onderdelen,’ schrijft de geanonimiseerde Nederlandse ambtenaar. ‘Echter, dit komt nog niet tegemoet aan onze eerder geuite zorgen. Het voorstel van de Commissie voorziet nog steeds in de invoering van de strikte vereisten voor veldstudies[..].
Waarom verzet Nederland zich tegen invoering van de Bee Guidance? Volgens de Kamerbrief van de minister is dat omdat het richtsnoer ‘onvoldoende werkbaar’ is; de normen zijn te streng (‘conservatief’) geformuleerd. Mijn bron, die de technische aspecten van het dossier terdege kent, zegt dat het smoesjes zijn. ‘Het probleem is politieke wil.’ Er wordt achter de coulissen op nationaal en Europees niveau druk uitgeoefend door de ‘agro-industrie’, zegt de bron: door de belangengroepen van de agrarische sector en de Europese chemiesector.
Opvallend is dat Nederland in de vertrouwelijke correspondentie met name pleit voor het schrappen van veldstudies. Precies datzelfde pleidooi staat in een lobbybrief die de Nederlandse vertegenwoordigers in Brussel op 15 januari 2019 kregen van de European Crop Protection Association (ECPA). ECPA is de belangenorganisatie van de fabrikanten, waaronder Bayer, BASF en Syngenta.
‘ECPA is voorstander van een robuuste risicoanalyse voor bestuivende insecten,’ zo steekt de lobbygroep van wal. ‘Echter, we zijn van mening dat de onderdelen waarvan de Commissie zegt dat ze klaar zijn voor invoering, nog steeds bijgeschaafd moeten worden. Dit is met name het geval voor de veldstudies.’ En dan: ‘Alleen een herziening van het document zou de mogelijkheid bieden om de meest actuele stand van wetenschap mee te nemen in de vereisten voor [deze] veldproeven.’
Wanneer de brieven van de Brusselse belangengroep ECPA naast de Kamerbrief van Schouten worden gelegd, valt iets op. De kritiek van de minister op de Bee Guidance komt overeen met de analyse van de industrie, vaak letterlijk. ECPA noemt het richtsnoer ‘onwerkbaar’; de minister stelt dat de Bee Guidance ‘onvoldoende werkbaar’ is. Volgens ECPA zijn de opgestelde beschermdoelen te ‘conservatief’, oftewel te streng; de Kamerbrief noemt de doelen ‘te conservatief’. ECPA stelt dat het document uit 2013 ‘niet meer gebaseerd is op de meest recente wetenschappelijke kennis’; de minister laat weten: ’Verder is de afgelopen jaren nieuwe wetenschappelijke informatie beschikbaar gekomen die in het EFSA Bee guidance document moet worden verwerkt.’
Is de kritiek van de minister wellicht geschoeid op de leest van de lobby? Nee, antwoordt een woordvoerder stellig: de analyse in de Kamerbrief over de Bee Guidance is gebaseerd op ‘adviezen van het Ctgb’. Kan FTM deze adviezen dan inzien? Nee, luidt ook daarop het antwoord. Die adviezen zijn ‘nog niet openbaar’. Met andere woorden: ze zijn vertrouwelijk.
Niet alleen in Brussel is Nederland door de lobby benaderd; die klopte ook bij het Haagse ministerie aan. Dat gebeurde al vroeg in het proces: in de zomer van 2014. ‘De directe gevolgen van het doorgaan met het huidig voorstel zijn naar ons oordeel groot,’ schreef Nefyto, de belangengroep van de pesticide-fabrikanten in Nederland, op 24 juni 2014. De brief werd verstuurd aan toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken), en waarschuwde voor de specifieke gevolgen voor ons land: ‘Concreet betekent dit dat de [..] land- en tuinbouw zal worden geconfronteerd met een sterk uitgedund middelenpakket,’ meldde Nefyto. ‘De continuïteit van teelten zal hierdoor onder druk komen te staan. De land- en tuinbouw als belangrijke pijler onder onze economie zal ernstig worden geschaad.’ Ook land- en tuinbouworganisatie LTO heeft met het ministerie van Landbouw over de Bee Guidance gesproken, meldt hun woordvoerder.
‘Wij hebben inderdaad gevraagd om het document te herzien’, zegt Graeme Taylor, hoofd PR van belangengroep ECPA. Dat veel pesticiden door de Bee Guidance verboden kunnen worden, betekent volgens hem niet dat ze gevaarlijk voor bijen zijn. ‘De vereisten in de Bee guidance zijn simpelweg disproportioneel,’ zegt Taylor in een gesprek met FTM. Hij noemt de testvereisten in het richtsnoer ‘onrealistisch’ en ‘onwerkbaar’, en verwijst specifiek naar de manier waarop veldstudies moeten worden uitgevoerd: ‘Daarvoor moet in sommige gevallen een oppervlak ter grootte van Cyprus worden gebruikt,’ stelt hij.
Een andere norm waartegen ECPA bezwaar maakt, is de maximale 7 procent afname in een bijenkolonie na blootstelling aan een bestrijdingsmiddel. Een mooi voorbeeld van een norm die de industrie ‘extreem conservatief’ acht: ‘Een afname van 7 procent is niet nadelig, en gemakkelijk weer te compenseren.’ Zelfs een ‘afname van 20 procent’ in een bijenvolk is niet nadelig, meent ECPA.
Maakt de sector zich dan geen zorgen om de bijensterfte? ‘Het is een ontzettend grote zorg’, zegt Taylor. Maar hij betwist de rol van pesticiden daarin: ‘Er moet ook naar andere factoren worden gekeken’.
Vindt ECPA het een goede zaak dat de invoering van de Bee Guidance wordt uitgesteld? ‘Daar gaan wij niet over,’ zegt Taylor. ‘Het zijn de lidstaten die tot op heden problemen hebben met het richtsnoer voor bijen.’
Naar verwachting zullen tijdens een vergadering op 20 en 21 mei in Brussel de EU-landen een definitief besluit over het richtsnoer nemen. Minister Schouten laat weten dat wanneer er een ‘eindvoorstel’ ligt, de Kamer nader zal worden geïnformeerd.
Bron: Follow the Money, 6 April 2019
https://www.ftm.nl/artikelen/bijensterfte?share=1
- Login om te reageren
Vragen Esther Ouwehand aan Carola Schouten
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het proces rond het Beeguidance document (ingezonden 18 februari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 14 maart 2019).
Vraag 1
Wat is de reden dat u de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie over het proces rond het Beeguidance Document en de Nederlandse positie hierin, gesteld in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019, niet of nauwelijks heeft beantwoord?1
Antwoord 1
Ik heb de vragen bij het schriftelijk overleg zo goed en beknopt mogelijk trachten te beantwoorden door aan te geven dat de Europese Commissie het EFSA Bee guidance document gefaseerd wil invoeren als EU geharmoniseerd richtsnoer, dat Nederland voorstander is van zo’n geharmoniseerd richtsnoer, dat er inhoudelijk nog niets is veranderd, dat uw Kamer wordt geïnformeerd zodra er een concreet voorstel gereed is en dat besluitvorming op zijn vroegst in maart 2019 zal plaatsvinden. Ondertussen is gebleken dat besluitvorming op zijn vroegst in mei zal plaatsvinden.
Vraag 2
Kunt u onderstaande vragen, gesteld tijdens het genoemde schriftelijk overleg en hieronder herhaald (vraag 3 tot en met 9) per stuk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, maar aangezien enkele vragen overlap vertonen, is verwijzing naar eerdere antwoorden onvermijdelijk.
Vraag 3
Kunt u de Kamer laten weten hoe de discussie over het Beeguidance document van de European Food Safety Authority (EFSA) tot nu toe is verlopen?
Antwoord 3
Sinds de totstandkoming van het Bee guidance document in 2013 is het document nog niet vastgesteld door het Permanent Comité van de lidstaten (SCoPAFF) en wordt zodoende niet geharmoniseerd toegepast als richtsnoer. Dit omdat een groot aantal lidstaten onderdelen van het document niet uitvoerbaar vinden, omdat deze destijds erg conservatief zijn uitgewerkt. Genoemde bezwaren zijn de grenswaarden voor de chronische toxiciteit voor honingbijen, de gehanteerde veiligheidsfactoren voor hommels en solitaire bijen en de zeer strikte eisen aan veldstudies die daardoor in de praktijk zeer moeilijk kunnen worden uitgevoerd. Bovendien ontbreken voor bepaalde onderdelen nog gestandaardiseerde testmethoden, zoals voor solitaire bijen. Verder is de afgelopen jaren nieuwe wetenschappelijke informatie beschik-baar gekomen die in het EFSA Bee guidance document moet worden verwerkt. Omdat de Europese Commissie (EC) op korte termijn geen verschuiving ziet in de posities van lidstaten, zal de EC nu voorstellen de gefaseerde invoering van het Bee guidance document aan te passen. Dit betekent dat de onderde-len waar consensus over heerst eerst worden ingevoerd en dat EFSA tegelijkertijd een mandaat krijgt om het document op de onderdelen waarop door lidstaten bezwaren zijn geuit, binnen 2 jaar uit te werken en in lijn te brengen met de huidige stand der wetenschap. Hierna treedt ook dit deel van het Bee guidance document in werking. Met dit compromisvoorstel wordt een stap gezet in de verbetering van de bescherming van bijen door de niet-problematische delen van het Bee guidance document op korte termijn te implementeren. Besluitvorming wordt nu op zijn vroegst in mei 2019 verwacht, dus twee maanden later dan voorafgaand aan de SCoPAFF vergadering van 24 en 25 januari tijdens het Schriftelijk Overleg Landbouw en Visserijraad was ingeschat.
Vraag 4
Kunt u de Kamer laten weten wat daarin (steeds) de opstelling van Nederland is geweest?
Antwoord 4
Nederland heeft bij de EC aangedrongen op het zo spoedig mogelijk vaststellen van het Bee guidance document als richtsnoer met daarbij een gefaseerde invoering van de onderdelen waarover consensus bestaat en heeft hier altijd actief aan bijgedragen, onder andere door inbreng van experts in de Europese werkgroep en in OESO-verband (ontwikkelen en vaststellen van testrichtsnoeren). Nederland heeft daarnaast aangegeven dat de praktische toepassing van het Bee guidance document kan worden verbeterd en gevraagd om mandaat te verlenen aan EFSA om samen met experts de problematische onderdelen van het guidance document bij te werken aan de hand van de laatste wetenschappelijke inzichten. Het onderzoek van de WUR naar beoordelingsmethodieken op bijen en hommels, dat in opdracht van mijn ministerie wordt uitgevoerd, kan daar een bijdrage aan leveren. Voor solitaire bijen vergt dit een grotere opgave want hiervoor is meer kennis nodig. Op het moment dat er een concreet voorstel ligt om het Bee guidance vast te stellen zal ik, na advies te hebben gevraagd van het Ctgb, uw Kamer nader informeren over het voorstel en mijn positie.
Vraag 5
Is het oorspronkelijke voorstel in de loop der tijd gewijzigd? Zo ja, hoe?
Antwoord 5
Het is voor de beantwoording van deze en komende vragen relevant te vermelden dat EFSA geen voorstel doet. EFSA heeft een Bee guidance document opgesteld. Het is aan de Europese Commissie om een voorstel te doen voor de adoptie en implementatie van dat guidance document.
Het EFSA Bee guidance document is sinds 2014 niet gewijzigd. Het voorstel van de EC voor een gefaseerde invoering is in het recente conceptvoorstel wel gewijzigd, maar dit heeft geen directe invloed op de inhoud van het Bee guidance document. De EFSA krijgt daarnaast wel het mandaat van de EC om een aantal onderdelen van het Bee guidance document binnen 2 jaar verder uit te werken en in lijn te brengen met de laatste stand der wetenschap.
Vraag 6
Hoe heeft Nederland zich daar steeds over opgesteld?
Antwoord 6
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Wat is het voorstel dat nu op tafel ligt tijdens de bijeenkomst van de Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) van 24 en 25 januari?
Antwoord 7
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 3. Besluitvorming wordt nu op zijn vroegst in mei 2019 verwacht, dus twee maanden later dan voorafgaand aan de SCoPAFF-vergadering van 24 en 25 januari tijdens het Schriftelijk Overleg Landbouw en Visserijraad was ingeschat.
Vraag 8
Hoe verhoudt dit zich tot het oorspronkelijke voorstel van de EFSA?
Antwoord 8
Ik verwijs naar mijn antwoorden op vragen 3 en 5. Het EFSA Bee guidance document is sinds 2014 niet gewijzigd. Het voorstel van de EC voor een gefaseerde invoering is in het recente conceptvoorstel wel gewijzigd, maar dit heeft geen directe invloed op de inhoud van het Bee guidance document. De EFSA krijgt daarnaast wel het mandaat van de EC om een aantal onderdelen van het Bee guidance document binnen 2 jaar verder uit te werken en in lijn te brengen met de laatste stand der wetenschap.
Vraag 9
Wat is de huidige positie van Nederland ten opzichte van het voorstel en hoe zit dat met de andere lidstaten?
Antwoord 9
Nederland heeft nog geen positie aangezien er nog geen eindvoorstel officieel is voorgelegd aan de lidstaten. Ik sta echter wel positief tegenover het conceptvoorstel van de EC voor een gefaseerde invoering omdat hiermee een stap wordt gezet in de verbetering van de bescherming van bijen doordat de niet-problematische onderdelen op korte termijn worden geïmplemen-teerd. Tegelijkertijd worden de overige onderdelen, via het mandaat aan EFSA, verder uitgewerkt en in lijn gebracht met de huidige stand van de wetenschap. Hiermee komt een einde aan de Europese patstelling van de afgelopen jaren. Dat is positief en gewenst. Ik heb momenteel geen eenduidig beeld van de positie van overige lidstaten. Een aantal lidstaten heeft net als Nederland verklaard nog geen positie in te nemen zolang er nog geen concreet voorstel aan lidstaten wordt voorgelegd.
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat bij agendapunt C.1 van de SCoPAFF-bijeenkomst op 24 en 25 januari jongstleden een discussie heeft plaatsgevonden over een «draft Commission Regulation amending Commission Regulation (EU) No 546/2011... as regards bees principles for evaluation and authorisation of plant protection products»? Zo ja, wat heeft Nederland ingebracht in deze discussie?2
Antwoord 10
Dit agendapunt is onderdeel van en vloeit voort uit de beoogde gefaseerde implementatie van het Bee guidance document. Onderdelen van het Bee guidance document betreffen te gebruiken drempelwaarden («trigger values») voor honingbijen. Die drempelwaarden worden vastgelegd in de Uniforme Beginselen (Regulation (EU) 546/2011) voor de evaluatie en toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Hierdoor worden de beoordelingseisen voor de risico’s voor bijen verankerd in de risicobeoordeling. Nederland heeft gedurende de betreffende SCoPAFF-bijeenkomst geen specifieke inbreng geleverd voor dit agendapunt.
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat bij agendapunt A.08 van de SCoPAFF-bijeenkomst op 23 en 24 oktober 2018 een implementatieplan voor het Guidance document is besproken? Zo ja, wat heeft Nederland ingebracht in deze discussie?3
Antwoord 11
Ja. Nederland heeft ingebracht dat verbetering van de praktische toepassing van het Bee guidance document wenselijk is alvorens het volledig te implementeren. Nederland heeft hier meerdere malen voorstellen voor aangeleverd. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat bij deze bijeenkomst in oktober 16 lidstaten hebben aangedrongen op herziening van het Beeguidance document voordat het kan worden geïmplementeerd? Zo ja, wat was hierin de positie van Nederland?
Antwoord 12
Ja, zie mijn antwoord op vraag 11 voor de Nederlandse inbreng. Na de SCoPAFF-vergadering van oktober heeft de EC geconcludeerd dat het Bee guidance document met het bijbehorende implementatieplan niet op een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten kon rekenen. Hierop heeft de EC het implementatieplan aangepast naar een gefaseerde invoering met daarbij het voornemen om een duidelijk mandaat aan EFSA te geven.
Vraag 13
Erkent u dat op basis van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er tenminste tweemaal is gesproken over een voorstel, draft of concept van het Beeguidance document? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak in de beantwoording van de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019 dat er geen concreet voorstel is?
Antwoord 13
Het Bee guidance document wordt iedere SCoPAFF-vergadering in meer of mindere mate besproken. Met een conceptvoorstel wil de EC bij lidstaten inventariseren hoe men staat tegenover een gefaseerde invoering van het Bee guidance document. Zodra de EC een eindvoorstel aan lidstaten voorlegt zal ik mij hierover laten adviseren door het Ctgb en uw Kamer vervolgens informeren over mijn positie.
Vraag 14
Wat waren de inhoudelijke verschillen tussen deze twee versies en wat zijn de inhoudelijke verschillen tussen deze versies en het originele EFSA-voorstel uit 2013?
Antwoord 14
De verschillen tussen de conceptvoorstellen van de Commissie zitten in de wijze waarop het EFSA Bee guidance document zal worden geïmplemen-teerd. Het implementatieplan is dusdanig gewijzigd dat de implementatie van de onderdelen waarover consensus bestaat (zoals acute toxiciteit) direct na accordering worden geïmplementeerd en dat de onderdelen waarvoor onvoldoende steun is eerst, via het mandaat aan EFSA, verder worden uitgewerkt en in lijn worden gebracht met de laatste wetenschappelijke inzichten alvorens deze worden geïmplementeerd. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 3 en vraag 5.
Vraag 15
Bent u bereid de versies van het document zoals deze bij de genoemde bijeenkomsten zijn besproken en/of eventuele bijbehorende agendastukken bij deze agendapunten naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Nee, dit betreft werkdocumenten die binnen een technische discussie worden verspreid. Wanneer de EC een concreet voorstel aan de lidstaten voorlegt, zal ik uw Kamer hierover informeren.
Vraag 16
Zijn er buiten deze twee momenten nog meer SCoPAFF-bijeenkomsten geweest waarin het Beeguidance document is besproken? Zo ja, hoe vaak en wanneer, wat is daar besproken en wat was daarbij de inbreng van Neder-land?
Antwoord 16
Ik verwijs naar de antwoorden op de vragen 4, 9, 11 en 13.
Vraag 17
Bent u op de hoogte van het feit dat Politico de hand heeft weten te leggen op gelekte documenten die betrekking hebben op de voorstellen voor het Beeguidance document?4
Antwoord 17
Ik ben bekend met het betreffende nieuwsbericht.
Vraag 18
Heeft u gezien dat de Europese Commissie in het Politico-artikel bevestigt dat er tijdens de bijeenkomst in januari een nieuwe versie van het Beeguidance document zou worden gepresenteerd aan de lidstaten? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak in de beantwoording van de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019 dat er inhoudelijk nog niets is veranderd aan het voorstel?
Antwoord 18
De EC heeft een conceptvoorstel gedaan het Bee guidance document gefaseerd in te voeren. Inhoudelijk is het Bee guidance Document niet veranderd. Dit heb ik zo ook in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad medegedeeld.
Vraag 19
Kunt u bevestigen dat uit de gelekte stukken blijkt dat binnen SCoPAFF is gesproken over wijzigingen in het voorstel waardoor de criteria voor de beoordeling of een stof een negatieve invloed heeft op bijen en hommels worden versoepeld, waardoor bijvoorbeeld de chronische toxiciteit niet meer hoeft te worden meegewogen of onderzocht? Zo ja, wat is hiervoor de reden en wat is de positie van Nederland in deze discussie over het toetsen op chronische toxiciteit? Zo nee, kunt u toelichten hoe het zit?
Antwoord 19
Ik verwijs naar mijn antwoord op vragen 3 en 4. Dit wil overigens niet zeggen dat chronische toxiciteit voor bijen niet hoeft te worden meegewogen of onderzocht. Op grond van de Europese datavereisten moeten aanvragers data aanleveren over de chronische toxiciteit voor bijen en dit is ook nu onderdeel van de risicobeoordeling.
Vraag 20
Kunt u bevestigen dat de implementatie van de eis om de effecten van stoffen op hommels en solitaire bijen te testen voorlopig niet zal worden ingesteld, omdat de implementatie daarvan wordt uitgesteld? Zo ja, wat is hiervoor de reden en wat is de positie van Nederland in deze discussie? Zo nee, kunt u toelichten hoe het zit?
Antwoord 20
Ja, deze onderdelen zullen ook via een mandaat aan EFSA verder worden uitgewerkt en aangepast aan de laatste stand van de wetenschap alvorens ze worden geïmplementeerd. Dit wordt gedaan omdat deze onderdelen uit het Bee guidance document nog onvoldoende werkbaar zijn. Zo zijn de beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen nog afgeleid van de beschermdoelen voor honingbijen waardoor deze te conservatief uitvallen. Verder ontbreken nog internationaal vastgestelde testprotocollen voor solitaire bijen. Ik sta daarom positief tegenover de intentie van de EC om dit onderdeel eerst verder uit te werken.
Vraag 21
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het komende algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad, dat op 13 maart plaatsvindt?
Antwoord 21
Ja.
1 Verslag van een schriftelijk overleg d.d. 25 januari 2019, Kamerstuk 21 501-32, nr. 1150, p. 16
2 https://ec.europa.eu/food/site...
3 https://ec.europa.eu/food/site...
4 23 januari 2019, Politico: Commission pushes looser criteria to test pesticides» impact on bees
Reactie Bijenstichting
De Kringlooplandbouw – die minister Carola Schouten stimuleert – kan niet zonder bijen (en andere insecten). Echter met haar standpunt ten aanzien van de verbeterde toetsmethoden van pesticiden laat ze de bijen in de kou staan. Nederland wil onder meer alle testen op risico’s voor wilde bijen schrappen en op de lange baan schuiven. Daarmee volgt ze duidelijk de lobby van de agrochemische bedrijven. Dit komt niet overeen met hetgeen de minister in haar antwoorden liet blijken.
Bron: Persbericht Bijenstichting, 09-04-19