De Nederlandse broedpopulatie van de lepelaar is vanaf de jaren 1980 sterk toegenomen

De Lepelaar Platalea leucorodia heeft een voorkeur voor dynamische milieus op de overgang tussen zoet en zout en broedt daar op eilanden, in duinvalleien en kwelders, en in het binnenland ook in uitgestrekte moerassen met veel waterriet en wisselend waterpeil. Het aantal broedparen was op een dieptepunt van 150 paar in 1969. Sindsdien heeft de lepelaar zich spectaculair hersteld. Rond 1990 werd de 500-paren grens weer gehaald en in 1995 werden zelfs meer dan 700 paren geteld! Volgens SOVON was er sinds 1990 een significante toename van >5% per jaar en wordt de huidige populatie (2005-2008) geschat op 1.500 - 2.000 paar. De broedpopulaties van de lepelaar waren in de jaren 1990 vrijwel overal in Europa stabiel of namen zelfs toe, met uitzondering van Rusland en de Ukraine (gegevens Birdlife International, zie bijlage). De populatie op de Waddeneilanden is in een kwart eeuw vertienvoudigd. Bijna tweederde (gemiddeld 63%) van de lepelaars broedt tegenwoordig op de Waddeneilanden. Het IJsselmeergebied (voornamelijk Oostvaardersplassen) en het Deltagebied (vooral Quackjeswater) volgen met elk een aandeel van 15-16%. Het hoofdvoedsel van de lepelaar bestaat uit vis.

Bronnen:
Landelijke Vegetatie Databank (zie bijlage)
Overdijk O et al (2005) Limosa 78:97-102 (zie bijlage)
http://www.aviflevoland.nl/html/Lepelaar.html
http://www.sovon.nl/soorten.asp?euring=1440&lang=nl