Het einde van de weidevogels in Drenthe is nabij

Natuurvereniging Het Stroomdal uit de regio Coevorden heeft namens de 32 Drentse weidevogelgroepen en ondersteund door de Drentse boermarken een brandbrief gestuurd naar Provinciale en Gedeputeerde Staten. De weidevogelbeschermers luiden de noodklok. 'Weidevogels leven al eeuwen in het Drentse landschap. Helaas loopt al decennia het aantal weidevogels in Drenthe gestaag terug', zo schrijft Jan Nicolai uit Coevorden. 'Ook 2015 was wederom een jaar van forse achteruitgang.' De weidevogelgroepen zijn ervan overtuigd dat -als het huidige beleid van de provincie Drenthe wordt voortgezet- dit onvermijdelijk leidt tot het verdwijnen van de weidevogels. Het is twee voor twaalf als het om de weidevogels in Drenthe gaat. Het is nu of nooit! In de brief wordt de provincie gevraagd een fundamentele keuze te maken of weidevogels wel of niet nog een kans in Drenthe krijgen. 'Wij kunnen het ons niet voorstellen dat de Drentse politiek zich niet wil inzetten om de weidevogels voor onze provincie te behouden. Daarom stellen wij voor om een project op te zetten ten gunste van de weidevogels en daarmee de kans pakken de volgende generaties ook nog te kunnen laten genieten van de weidevogels in Drenthe.'

De Waddenzee is een alarmerend zwakke schakel in de Oost-Atlantische trekvogel route

Elk seizoen vliegen trekvogels vanuit Siberië en Noordoost-Canada langs de kust richting Zuid-Afrika. Uit onderzoek blijkt nu dat de Waddenzee een alarmerend zwakke schakel is in deze Oost-Atlantische route. Het gaat voornamelijk om de vogels die het Waddengebied gebruiken om te broeden. Hoe meer een vogel afhankelijk is van de Waddenzee, hoe slechter het met de vogel gaat. Uit tellingn is gebleken dat vooral de rotgans en de scholekster het erg zwaar hebben. Al langer is bekend dat het niet goed gaat met de aantallen wadvogels, maar het is nu voor het eerst dat de Waddenzee slecht scoort in internationaal onderzoek. Het onderzoek is gedaan door het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW). Sinds de Waddenzee op de Unesco-werelderfgoedlijst staat, werkt die organisatie samen met het Duitse ministerie van Natuur aan een nauwkeuriger monitoringssysteem voor de bescherming van trekvogels in het gebied. Volgens het onderzoek zijn er zeventien soorten vogels die veelvuldig gebruik maken van het Waddengebied. In de periode tussen 2003 en 2014 is er bij 60 procent van de vogels een daling in aantallen gezien.

De eiken in Nationaal Park De Maasduinen zijn op sterven na dood

In delen van Nationaal Park De Maasduinen is 40% van de eiken dood en 50 tot 70% is aangetast, schat bioloog Roland Bobbink van onderzoekscentrum B-Ware van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij heeft enkele jaren onderzoek gedaan naar de achteruitgang van de eiken in het gebied tussen Venlo en Nijmegen. De stichting Het Limburgs Landschap heeft naar aanleiding van de bevindingen van Bobbink de noodklok geluid bij de provincie. De achteruitgang van de bomen heeft ook nadelige gevolgen voor insecten en vogels in het natuurgebied. De voedingswaarde van de bladeren van minder vitale bomen is voor insecten beduidend minder. Vogels die die insecten eten, krijgen zo voeding van mindere kwaliteit binnen en gaan ook in aantal of conditie achteruit.

Frans parlement wil verbod neonicotinoïden

De Franse 'Tweede Kamer' (Assemblee nationale) wil dat neonicotinoïden vanaf 1 september 2018 worden verboden. "Daarmee willen we een sterk signaal afgeven aan de chemische ondernemingen, de landbouw en de regering", aldus Jean-Paul Chanteguet, voorzitter van de kamercommissie voor duurzame ontwikkeling. Chanteguet had met een aantal andere Kamerleden een amendement ingediend op de Wet op de Biodiversiteit. Oorspronkelijk stelden zij voor het verbod al op 1 januari 2017 in te laten gaan, maar dat is in de discussie verschoven naar een datum ná de oogst van 2018. De Assemblee nationale wil de bestrijdingsmiddelen verbieden, omdat die verantwoordelijk worden geacht voor het verdwijnen van de bijen. Wel moet er nog een uitvoeringsmaatregel komen met 'concrete antwoorden voor boeren die worden geconfronteerd met het plotseling verschijnen van plagen die hun oogsten in gevaar kunnen brengen'. In dat kader wordt, na advies van de dienst voor de gezondheid en veiligheid van voedsel Anses, een lijst met alternatieve bestrijdingsmogelijkheden gepubliceerd. Het plan gaat nu naar de Franse Senaat, waarna het voor een eindstemming terugkomt bij de Assemblee.

Neonicotinoïden en de insectenmoord - we laten het gewoon gebeuren

Het is dramatisch gesteld met veel bijen, hommels en andere bestuivers. Talrijke soorten staan op het punt te verdwijnen. Dat brengt ook de voedselproductie en de werkgelegenheid in gevaar, waarschuwen de Verenigde Naties in een gisteren verschenen rapport. De conclusies stemmen niet vrolijk. Vooral ongewervelde bestuivers, zoals bijen, vlinders en kevers, hebben het moeilijk; twee op de vijf soorten worden met uitsterven bedreigd. Ook de gewervelde soorten, waaronder vogels en vleermuizen, verkeren in nood; van één op de zes lijken de dagen geteld. Dat kan desastreuze gevolgen hebben voor de landbouw, want de meeste vruchten komen niet tot ontwikkeling als een gewas onbestoven blijft. Appels, bessen, koffiebonen, niets groeit meer als de bestuivers wegvallen. De opstellers van het rapport schatten dat de wereldvoedselproductie voor 214 à 526 miljard euro afhankelijk is van de fladderende zaadverslepers.

VAN CHEMIE NAAR ECOLOGIE - PERSPECTIEVEN VOOR ECOLOGISCHE GEWASBESCHERMING

Er ligt een deken van gif over het Nederlandse boerenland, zo schetst Frank Berendse van de WUR een allesbehalve romantisch beeld van het hedendaagse agrarische landschap. Deels is dat te danken aan een groep insectendoders, die de EU in de ban gaat doen. Het verhaal van de eerste spreker tijdens het symposium Van chemie naar ecologie, op 19 februari bij de KNAW, is niet mis. De zaal krijgt te horen dat de vrij recent ontwikkelde neonicotinoïden, zogeheten ‘systemische insectendoders’, voor de natuur een ramp betekenen. Diverse studies wijzen er op dat 80 tot 95 procent van de ‘neonics’ in bodem en oppervlaktewater terecht komt. Daar richt het schade aan aan allerlei insecten die van belang zijn voor bodemvruchtbaarheid, de biologische bestrijding van plagen of een belangrijke voedselbron zijn voor insectenetende vogels. Na een tijdelijk moratorium, enkele jaren geleden opgelegd door de EU, heeft Brussel nu besloten ze uit te faseren.

De fazant wordt uitgemoord door de neonicotinoïden

De fazant (Phasianus colchicus) kan ons op veel verschillende manieren bekoren: als spectaculair fraaie verschijning in de natuur, als aantrekkelijke jachtvogel en als leverancier van het basismateriaal voor het hoogste culinaire genieten. In Europa staat de stand van de fazanten onder druk, ook in Nederland is deze trend duidelijk waarneembaar. Vooral landbouwgebieden waar veel granen en maïs staan die regelmatig worden behandeld tegen insecten en schimmels is de stand drastisch afgenomen. Vooral het feit dat er dan nauwelijks dode volwassen fazanten worden aangetroffen en geen kuikens, is het bewijs dat hier heel goed onderzoek naar wordt gedaan, net zoals dit heeft plaatsgevonden voor de bijenstand. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan funest zijn voor de overleving van de kuikens. Zeker als het zaaigoed al behandeld wordt met anti-insecten middelen, zoals de neonicotinoïden.

Jaco Geurts (CDA) geeft blijk van de door imidacloprid veroorzaakte insecten schaarste niets begrepen te hebben

In het dertigledendebat van de Tweede Kamer van 27 januari 2016 over de toestand van de natuur in Nederland zei het CDA- kamerlid Jaco Geurts het volgende: “Voorzitter. Het gaat goed met de natuur in Nederland. Veel broed- en watervogels nemen in aantal toe. Op dit punt doen wij het beter dan gemiddeld in Europa. Dat blijkt uit het in 2015 verschenen rapport State of nature in the EU van het Europees Milieuagentschap. Ook de toestand van de habitat stabiliseert, zoals blijkt uit het in november jongstleden verschenen Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds. Daarin staat dat sinds 1990 de populatie vaneen aantal diersoorten met gemiddeld 15% is toegenomen. Het CDA wil dat wij verdergaan met deze verbetering…..  Ik heb hier een Sovon-rapport met heel veel grafieken over hoe het met de vogelsoorten in Nederland gaat. Ik heb geel gemaakt welke soorten het heel goed doen: purperreiger, ooievaar, lepelaar, zeearend, havik, buizerd, et cetera.” Dit is een totale miskenning van de catastrofale achteruitgang van insecten-afhankelijke soorten die wordt veroorzaakt door grootschalige verontreiniging van het cultuurlandschap met neonicotinoïde insecticiden, met name imidacloprid. De vogelsoorten die de heer Geurts noemt zijn niet afhankelijk van insecten.

Europese vereniging voor Agro-Ecologie opgericht

Ter bevordering van agro-ecologie is een Europese vereniging opgestart in België. De 19 oprichters van "Agroecology Europe", afkomstig uit tien verschillende landen, kwamen eind vorige maand voor de eerste keer samen op het "Domaine de Graux", dicht bij Doornik. De hoofdzetel van de internationale vzw komt in België te liggen. Agro-ecologie kent vele definities, maar komt er steeds op neer een productieve landbouw na te streven met respect voor en medewerking van het milieu en de samenleving. "Agroecology Europe" is de tweede vereniging die zich op wereldniveau achter agro-ecologie schaart, na de SOCLA uit Latijns-Amerika. Verwacht wordt dat Noord-Amerika de komende maanden met een soortgelijk initiatief op de proppen komt. Soortgelijke initiatieven bestaan ook in Nederland. Claudia Külling en Henk Tennekes ontvouwden in december op een Down2Earth symposium in Wageningen een Deltaplan Agro-Ecologie om een einde te maken de industriële landbouw die na de Tweede Wereldoorlog overbemesting, bodemdegradatie, milieuverontreiniging met bestrijdingsmiddelen, een ontstellend verlies van biodiversiteit, en een explosieve toename van neurologische afwijkingen bij jonge kinderen in Nederland heeft veroorzaakt.

In de EU zijn honderden bestrijdingsmiddelen toegelaten waarvan de risico's niet goed in kaart zijn gebracht

De Europese Commissie (EC) heeft jaren te makkelijk nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Europese markt toegelaten, zonder dat er harde gegevens bekend waren over de veiligheid voor dier, mens en milieu. Het ging onder meer om neonicotinoïden, pesticiden die in opspraak kwamen omdat ze dodelijk zijn voor meer dieren dan waarvoor ze mogen worden gebruikt. Volgens de Europese ombudsman Emily O'Reilly heeft het EU-directoraat-generaal voor gezondheid en voedselveiligheid (DG Sanco) in strijd met Europese richtlijnen middelen toegelaten waarvan de risico's onvoldoende bekend waren. O'Reilly spreekt van onwettige praktijken. Zij concludeert dat na een klacht die PAN Europe, het Pesticide Action Network, dat 600 milieuorganisaties vertegenwoordigt, in 2012 indiende. De ombudsman kan geen sancties opleggen. DG Sanco voerde in 2005 een werkwijze in die het fabrikanten van bestrijdingsmiddelen mogelijk maakt hun producten al op de markt te brengen zonder de vereiste risicostudies. Die onderzoeken, zoals dierproeven, mochten ze achteraf inleveren. Volgens Hans Muilerman van PAN is dat maar mondjesmaat gebeurd. PAN publiceerde in 2012 een rapport waaruit bleek dat de nieuwe werkwijze bijna standaard werd toegepast, in strijd met de eigen Europese richtlijnen. "De Europese ombudsman heeft ons op veel punten gelijk gegeven. Dit misbruik van Europese regels is al tien jaar aan de gang. Er zijn honderden middelen toegelaten waarvan de risico's voor vogels, zoogdieren en oppervlaktewater niet goed in kaart zijn gebracht."