De oeverzwaluw heeft in Vlaanderen zware klappen gekregen

Het gaat niet goed met onze zwaluwen. Recente tellingen van de aantallen wijzen uit dat alle zwaluwsoorten met 50 % tot 80 % achteruit gegaan zijn. In Vlaanderen zijn de belangrijkste oorzaken de daling van het aantal insecten door gebruik van insecticiden en de achteruitgang van het broed- en leefgebied. Van onze drie inheemse zwaluwsoorten is de oeverzwaluw (Riparia riparia) wellicht de minst bekende soort. Hij broedt, in tegenstelling tot z’n bekende neven de Boerenzwaluw (Hirundo rustica) en Huiszwaluw (Delichon urbicum), niet in schuren, stallen of onder dakgoten, maar wel in zandige oevers, afgravingen en zanddepots. Het aantal broedparen in Vlaanderen wordt momenteel op 5.000 geraamd. Een daling van maar liefst 70 % ten opzichte van 1968 (ca. 15.400 broedparen).

De achteruitgang in onze streken heeft te maken met het verdwijnen van de natuurlijke steile wanden langs beek- en rivieroevers. Sinds WO-II heeft men in toenemende mate onze beken en rivieren ‘verbeterd’: kanalisatie, oeverversteviging, omlegging, rechttrekking... Slechts een zeer klein aantal oeverzwaluwen broedt daardoor nog in oevers.

Bron: Natuurpunt Antwerpen Noord
http://www.antwerpennoord.be/actueel/zd/vogels_oeverzwaluwen_nan_herste…