De teloorgang van vogels in Nederland

Vogelbescherming Nederland luidt de noodklok omdat tachtig vogelsoorten dreigen uit te sterven.

Allereerst maar een advies dat velen vast goed uitkomt, en meteen kan worden verkocht als bijdrage aan de goede zaak: hou die achtertuin toch vooral een beetje minder aangeharkt, klop er lekker het tafelkleed uit. Stop vooral met dat vermoeiende betegelen. Slecht voor de rug, maar ook voor de aloude vriend de huismus Passer domesticus.

Zo simpel kan het volgens woordvoerder Hans Peeters van Vogelbescherming Nederland zijn om bedreigde vogels te helpen. ,,Het aantal broedparen van de huismus is met de helft teruggelopen. Dat komt omdat er steeds minder plekjes zijn voor nesten onder de dakpannen en omdat we eigenlijk met zijn allen te netjes zijn geworden. Huismussen hebben baat bij een rommelige omgeving, waar ze hun gang kunnen gaan. En die is er steeds minder.’’

Als de huismus, zo'n beetje de meest ingeburgerde vogel van het land, het al moeilijk heeft, hoe nijpend moet het dan niet zijn voor andere soorten? Om aandacht te vragen voor de 78 soorten die op de zogenoemde Rode Lijst van bedreigde vogels staan, biedt Vogelbescherming Nederland vandaag in Den Haag een petitie aan. Daarin wordt de politiek gevraagd maatregelen te nemen om de lijst korter te krijgen.

Wat er op het micro-niveau van de achtertuin geldt voor de huismus, geldt op grotere schaal voor de akker- en weidevogels in Nederland. Door de schaalvergroting in de landbouw is er steeds minder plek om een knus nestje te bouwen. Peeters: ,,Nederland is nu nog het gruttoland bij uitstek. Is er iemand die zich een weiland in het voorjaar kan voorstellen zonder grutto Limosa limosa? Maar hun aantal loopt de laatste jaren schrikbarend terug. Nog erger is het voor de veldleeuwerik Alauda arvensis. Ook een vogeltje dat met zijn typische gezang karakteristiek is voor het weidegebied. Daarvan is nog maar tien procent van het oorspronkelijke aantal over.’’

Peeters, die in zijn vrije tijd vogels fotografeert en schildert, zou zich geen Hollands voorjaar kunnen voorstellen zonder veldleeuwerik. In Den Haag hoopt Vogelbescherming in eerste instantie vooral aandacht te vinden. Later willen ze ook geld vragen om de vogelstand te verbeteren. De akker- en weidevogels baren de meeste zorg. Natuurlijk zijn er ook problemen voor de duin- en kustvogels en voor de moerasvogels, maar die leven in redelijk afgeperkte gebieden, waar het minder moeilijk is passende maatregelen te nemen. Al moet daar bij gezegd worden, dat sterns en plevieren langs de kust en purperreigers in de moerassen het zwaar hebben.

,,Maar voor de weidevogels is echt ingrijpen op grote schaal nodig. Daarbij hebben we de hulp van de boeren nodig. Maar wij beseffen ook wel dat zij in eerste instantie ondernemers zijn. Daarom moeten er middelen beschikbaar komen om hen te helpen meer voor de vogels te doen. Natuurlijk móet dat. Mensen die zeggen dat het ze niets kan schelen wat er met de grutto gebeurt, hebben geen flauw idee hoe belangrijk het is dat verschillende soorten in de natuur bij elkaar kunnen leven. Want in de natuur is alles van elkaar afhankelijk.’’

Peeters voelt het lot van de Nederlandse vogels haast als een persoonlijk verlies. ,,Als ik nieuwe cijfers over de veldleeuwerik of grutto zie, dan denk ik dat het best te vergelijken is met wat er straks gebeurt als het Nederlands elftal wordt uitgeschakeld op het WK voetbal. Dan ben ik er echt ontdaan van. Ik heb een diep gevoel van verlies. Ook van machteloosheid, omdat er niets meer aan te veranderen is. En je hebt het idee, dat een nieuwe kans om iets te doen pas weer over een paar jaar komt.’’

Bron: Het Algemeen Dagblad, 15/05/06
http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/123802/2006/05/15…