knipsels

Ongeveer 3 procent van alle groente en fruit in Nederlandse winkels is ongeschikt voor consumptie

Ongeveer 3 procent van alle groente en fruit in Nederlandse winkels, voldoet niet aan de wettelijke eisen op het gebied van bestrijdingsmiddelen. Dat blijkt uit een woensdag verschenen onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA controleerde tussen juli 2013 en juni van dit jaar 8400 partijen groenten en fruit. De meeste overschrijdingen worden gevonden op producten van buiten de Europese Unie, zoals Zuidoost-Azië, Dominicaanse Republiek, Suriname, Colombia en Egypte. Greenpeace stelt ook dat er nog steeds te veel pesticiden in Nederland worden gespoten, ten koste van de bijen en de waterkwaliteit. "Het gebruik van pesticiden is met 11 kg per hectare in Nederland het hoogste van Europa", aldus de milieuclub.

Blootstelling van jonge kinderen aan organofosfaten kan de longfunctie verminderen

Een veelvoorkomende pesticide zou een schadelijk effect hebben op de longen van jonge kinderen. Dat stellen onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Thorax. Er lijkt een verband te bestaan tussen kinderen die op jonge leeftijd worden blootgesteld aan organofosforverbinding, een veelvoorkomend type pesticide, en een verminderde longfunctie bij kinderen. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van Rachel Raanan, van de Universiteit van Californië in Berkeley. De Amerikaanse wetenschappers hebben een langdurig onderzoek gedaan, waarbij ze een groep van ruim tweehonderd kinderen vanaf de geboorte in de gaten hebben gehouden. Veel van de kinderen groeiden op in het platteland en werden vermoedelijk blootgesteld aan de pesticiden. De kinderen werden getest op de leeftijden vijf maanden, 1 jaar, 2 jaar, 3,5 jaar en 5 jaar oud. Op 7-jarige leeftijd kregen de kinderen een longtest. Ze kwamen tot de conclusie dat de longfunctie minder was bij kinderen die hogere concentraties organofosforverbinding in hun urine hadden.

Wetenschapsjournalist Rypke Zeilmaker: 'Planbureau voor de Leefomgeving manipuleert Nederlandse natuurstatistieken'

Het planbureau voor de leefomgeving (PBL) manipuleert natuurstatistieken zodat het lijkt alsof het natuurbeleid in Nederland aanslaat. Dat schrijft wetenschapsjournalist Rypke Zeilmaker donderdag in Elsevier. Het PBL is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het is organisatorisch onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu maar verricht volgens de eigen missie 'onafhankelijk en wetenschappelijk gefundeerd' onderzoek. Zeilmaker richt zich op een biodiversiteitsmeter van het PBL die veel wordt aangehaald door beleidsmakers en natuurorganisaties. Volgens de gegevens van het PBL zou de afgelopen drie eeuwen in Nederland 85 procent van de biodiversiteit zijn verdwenen, om zich vanaf 1990 iets te herstellen. Zeilmaker - die de onderliggende gegevens van het PBL verkreeg door aanspraak te doen op de Wet Openbaarheid Bestuur - concludeert onder meer dat stadsnatuur en waternatuur niet worden meegenomen in de statistieken van het PBL, waardoor een onvolledig beeld van de Nederlandse natuur ontstaat. Ook stelt hij dat het PBL een verkeerde historische voorstelling geeft van de ontwikkeling van het landbouwareaal in Nederland. Keimpe Wieringa, sectorhoofd Natuur en Landelijk Gebied bij het PBL, spreekt van 'onheuse aantijgingen'.

De grutto verdwijnt uit het polderlandschap

2015 wordt het 'allerslechtste gruttojaar uit de geschiedenis'. Dat zegt hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma vandaag in een interview met de Volkskrant. Volgens Piersma bedreigt de sterfte onder grutto's Limosa limosa en het geringe aantal kuikens het voortbestaan van de vogelsoort. 'Dan heb je opeens een nationale vogel die richting uitsterven gaat.' Halverwege de jaren zestig leefden er nog 120.000 gruttoparen in Nederland - vermoedelijk een historisch hoogtepunt - daarna ging het bergafwaarts, jaar na jaar. Dit voorjaar waren er in totaal misschien nog zo'n 60.000 individuele vogels over, zegt Piersma. 'Elk jaar gaat ongeveer 20 procent dood. Dat zouden er dan zo'n 15.000 zijn. En omdat er dit jaar hoogstens 4.000 kuikens zijn geproduceerd, zou dat betekenen dat we er komend voorjaar nog eens 11.000 zijn kwijtgeraakt.'

In 2010 door Henk Tennekes voorspeld maar we blijven aanmodderen. Voor 40 vogelsoorten is afgelopen jaar het risico toegenomen dat ze zullen uitsterven

Dat blijkt uit de internationale IUCN-rode lijst waarover Natuurpunt bericht. Voor onze contreien gaan de zomertortel, kievit en scholekster Haematopus ostralegus zorgwekkend achteruit. "De zomertortel Streptopelia turtur was altijd een erg algemene zomergast in West-Europa, maar ging de voorbije zestien jaar wereldwijd achteruit met minstens 30 procent en krijgt het label kwetsbaar", verduidelijkt Gerald Driessens van Natuurpunt. "In verschillende West-Europese landen, waaronder België, bedraagt die achteruitgang zelfs meer dan 90 procent." De achteruitgang van de kievit Vanellus vanellus is, net als veel andere vogelsoorten op het platteland, te wijten aan het intensieve landbouwsysteem. De meeste weidevogels broeden volgens Driessens nog wel. Hij telde twee maanden geleden amper twee jongen in een groep van 300 kievitten. "Dit doet ons vrezen dat als deze generatie verdwijnt, we geen kievitten meer zullen hebben." De IUCN-rode lijst is de mondiale standaard om de gezondheid van de natuur te meten. De lijst toont welke planten en dieren met uitsterven worden bedreigd en geeft informatie over hun verspreiding, leefgebied en de bedreigingen. Wetenschappers en natuurorganisaties wereldwijd verzamelden de gegevens, ook vrijwilligers van Natuurpunt werkten hieraan mee. Dankzij de lijst kunnen zorgwekkende trends gesignaleerd worden zodat met gerichte beschermingsmaatregelen ingegrepen kan worden.

Nederlandse natuur dramatisch verslechterd

Alleen invoering van een duurzame landbouw kan het tij nog keren voor de dramatisch verslechterde natuur op het platteland en in de open natuurgebieden van Nederland. Die conclusie trekt WNF-directeur Johan van de Gronden uit het eerste Living Planet Report - Natuur in Nederland, dat het Wereld Natuur Fonds vandaag publiceert. Op het platteland en in aangrenzende open natuurgebieden, zoals hei en duinen, is de fauna met respectievelijk 40 en 50 procent populatieverlies vrijwel gehalveerd. Met vermesting, verzuring en pesticiden uit de intensieve landbouw als grote boosdoeners. Wat er nu in Nederland gebeurt, kun je geen serieus natuurbeleid noemen, vindt Van de Gronden. Visie en centrale regie ontbreken volledig. "De inrichting en zorg voor de natuur moet op een andere leest worden geschoeid. Dat komt spijkerhard uit dit rapport naar voren. Er zou een minister voor de leefomgeving moeten komen, met in elk geval natuur en milieu in zijn portefeuille, die een integrale visie ontwikkelt op natuurherstel." De kansen op een omslag naar duurzame landbouw schat hij 'merkwaardig optimistisch' in. "Burgers willen het, het kan en we zullen wel moeten, anders blijven we letterlijk met de stront zitten."

NGOs stappen naar het Europees hof voor justitie om de recente toelating van Sulfoxaflor ongedaan te krijgen

Drie koepelverenigingen stappen naar het Europees hof voor justitie tegen de recente toelating om Sulfoxaflor op de markt te brengen omdat die, net als sommige neonicotinoïden, schadelijk kan zijn voor bijen. “Het is niet duidelijk wat de toxiciteit is van de nieuwe molecules en dat is een groot probleem, er is niet voldoende getest om de gevolgen voor bijen in te schatten”, zegt ingenieur Etienne Bruneau van het Centre Apicole de Recherche et Information (CARI) en verbonden aan de UCL. CARI is lid van BEE Life, een koepel van dertien nationale imkersverenigingen, die samen met Pesticide Action Netwerk Europe, dat 35 milieuverenigingen uit 25 Europese landen samenbrengt, en de Italiaans imkersbond (UNAAPI), naar de rechter stapt. De verenigingen verwijzen naar een negatief rapport (2014) van het Europees Voedselagentschap EFSA over het insectide Sulfoxaflor (Dow AgroSciences). Producent Dow (AgroSciences) kreeg eind juli wel een goedkeuring om het product tien jaar op de markt te brengen. “Zoals andere neonicotinoiden is Sulfoxaflor zeer giftig voor bijen, het product wordt geabsorbeerd door planten en zit in nectar en pollen”, zegt Martin Dermine van Pan Europe. “Bovendien laat de pesticide lang sporen na in de bodem en het water.

Claudia Külling heeft een methode ontwikkeld om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt drastisch terug te dringen

Claudia Külling heeft een methode ontwikkeld om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt drastisch
terug te dringen. Misschien zelfs wel geheel overbodig te maken. Haar oplossing: artemisia, beter bekend als alsem en bijvoet, een plant met mooie, geurende, grijzige bladeren. Külling, geboren in Zwitserland, drijft samen met biologe Ingrid Weissenhorn het bedrijf Servaplant in Nootdorp, dat zich toelegt op milieu- en natuurvriendelijke teeltmethoden. “We waren al een tijd bezig met het zoeken naar methoden om bladluizen op gewassen op een milieuvriendelijke manier te bestrijden.” Bladluizen kunnen virussen overdragendie de bollen onverkoopbaar maken. Külling ontdekte in haar eigen tuin dat op artemisia een speciale soort luis voorkwam die veel lieveheersbeestjes aantrok. De lieveheersbeestjes beschouwen de minuscule diertjes als hun hoofdvoedsel. “Ik had al jaren last van luizen op mijn fruitbomen in de tuin. Maar toen de artemisia met daarop de luizen groeide, zagen we overal lieveheersbeestjes, ook op de fruitbomen. In dat jaar had ik voor het eerst geen luizen.” Zo’n aanpak moet ook in de teelt van gewassen te gebruiken zijn, dacht Külling. Lieveheersbeestjes zijn effectieve én milieuvriendelijke bestrijders van luizen.

De ramp in de vogelwereld schijnt niemand te deren

Het aantal vogels in Europa is de afgelopen dertig jaar flink afgenomen. Vooral onder alledaagse vogels als mussen, spreeuwen en leeuweriken is de daling groot. Dat schrijven Britse biologen maandag in het tijdschrift Ecology Letters. De onderzoekers baseren zich op waarnemingen uit 25 Europese landen. In vergelijking met dertig jaar geleden zijn er nu maar liefst 421 miljoen vogels minder. Negentig procent van de daling komt op het conto van de 36 meest voorkomende vogels. De achteruitgang baart de biologen zorgen. Niet alleen zijn vogels nuttig, bijvoorbeeld omdat ze schadelijke insecten eten of zaden verspreiden, ze dragen ook bij aan het welbevinden van de bevolking – door het luisteren naar vogelzang of door bij wijze van hobby naar vogels te kijken. Doordat juist de meest algemene soorten achteruitgaan, valt er minder te genieten voor de doorsnee burger.

Het is stil geworden in de Krimpenerwaard - over 20 jaar is er geen grutto meer over

De Krimpenerwaard is een gebied dat wordt omsloten door de Hollandse IJssel, de Lek en de Vlist. Er zijn meerdere polders in het gebied. Ten oosten ligt de Lopikerwaard, ten westen de Zuidplaspolder. Ooit was de Krimpenerwaard met zijn drassige weiden vol gras- en kruidensoorten een ideaal leefgebied voor weidevogels als de grutto (Limosa limosa). “Die tijden zijn helaas voorbij”, verzucht Klaas de Mik, coördinator van de weidevogelwerkgroep van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). Grutto’s hebben een slecht broedjaar achter de rug. Zo ook in de Krimpenerwaard waar het aantal al jaren gestaag afneemt. De populatie grutto’s in de Krimpenerwaard loopt nu jaarlijks met zo’n 3 tot 5 procent terug, zo blijkt uit tellingen. “Dat klinkt misschien niet dramatisch”, zegt De Mik, “maar in dit tempo is er over twintig jaar geen grutto meer over.” In het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is het neonicotinoide insecticide imidacloprid de grootste probleemstof: in 64% van de metingen in 2012 werd de stof in normoverschrijdende concentraties in het oppervlaktewater aangetoond. Imidacloprid is uitzonderlijk giftig voor insecten, die de belangrijkste voedingsbron voor gruttokuikens zijn. Zuid-Holland veroorzaakt met deze groteske milieuverontreiniging met een uiterst giftig bestrijdingsmiddel een ramp onder de weidevogels. Uit de Weidevogelbalans 2013 van SOVON blijkt dat in Zuid-Holland de Kievit met 7,3% per jaar achteruit is gegaan, de Scholekster met 5,6 % per jaar, Grutto met 3% en Tureluur met 6% per jaar. Kritische soorten als Watersnip, Kemphaan en Zomertaling zijn in Zuid-Holland inmiddels uit het agrarisch gebied vrijwel verdwenen.