Johan De Schacht: De Vlaamse Overheid heeft systematisch alle argumenten van de imkers tegen het gebruik van ggo-gewassen in de landbouw van de kaart geveegd

In het ggo-debat en de commotie rond het ggo-aardappelveld in Wetteren werd en wordt de imker nauwelijks betrokken. Ten onrechte, want de bijen en de imker behoren tot de gedupeerden van het ggo-verhaal. Niemand weet beter dan de imker hoe intensief alles wat bloeit door insecten wordt bezocht. Bijen - gaande van honingbijen, solitaire bijen tot hommels - horen daarbij. Ze staan voor 80 tot 85 procent in voor de bestuiving van wilde- en cultuurplanten. Via het stuifmeel van genetisch gemanipuleerde planten zullen ze dus in belangrijke mate bijdragen tot de verspreiding van ggo-materiaal in cultuurgewassen en in de vrije natuur. Bijen kennen geen isolatieafstand, zone noch rand en maken op die manier brandhout van het Coëxistentie-Decreet. Dit werd op een pijnlijke manier gemanifesteerd tijdens de hoorzitting op de Commissie Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsontwikkeling die de coëxistentieregeling moest uitwerken.

Op voornoemde Commissie toonde professor Reheul, als neutrale wetenschapper van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Universiteit Gent, aan de hand van een casestudie aan hoe ver kruisbestuiving reikt en welke de invloed van de wind en de ligging van het perceel daarbij is. Hieruit bleek dat de verspreidingsafstand van stuifmeel onvoorspelbaar is en in ieder geval de voorgestelde isolatieafstand ver overschrijdt. Hij besloot aldus dat een isolatieafstand weinig zin heeft en dat een fysieke hindernis zoals een houtwal effectiever zou zijn. In geen van de voorbeelden werden bijenhallen opgenomen, noch werd de rol van bijen vernoemd. Daardoor kwam de cruciale invloed van bijen in het bestuivingproces niet tot uiting. Bijen, en bij uitbreiding alle insecten die bloeiende planten bezoeken, verspreiden stuifmeel tot 5 km en meer in de omgeving van hun kas of nest. Ze kennen geen isolatieafstand en worden ook niet gehinderd door hagen of houtwallen. Het besluit van professor Reheul was met andere woorden fout.

Als men, in het onderzoek naar een mogelijke coëxistentie tussen velden met ggo-gewassen en gangbare of biologische velden, de invloed van bijen en insecten in rekening brengt, dan wordt het overduidelijk dat coëxistentie zonder meer niet mogelijk is. Ik heb alle leden van de commissie daarop gewezen. Er is daaraan nauwelijks aandacht besteed.

Integendeel, in plaats van dit fundamentele probleem te behandelen, heeft men zich verder gefocust op de isolatieafstand en het aandeel van bijen en insecten genegeerd. Het simpele feit dat de isolatieafstand in elk gewest en in diverse landen verschillend is, bewijst ten overvloede hoe arbitrair dit gegeven is.

Nooit is deze kritiek ook maar in overweging genomen. Onverminderd is er, zonder enige grond, een isolatieafstand bepaald, een decreet gestemd en lag de weg open voor proefnemingen in open lucht en de introductie van ggo-gewassen in de Vlaamse landbouw.

De wijze waarop politici (met hun pletwals van juristen) gefundeerde kritiek van de kaart veegden, ontnam mij dan ook de moed om, via de rechtspraak, verder in te gaan tegen deze geïnstitutionaliseerde leugen. Voor mij is activisme dan ook een gelegitimeerd middel om de samenleving op fundamentele schending van de rechten van burgers te wijzen.

In de marge hiervan vind ik het jammer dat de Vlaamse media geen onderscheid maken tussen activisme en vandalisme. Tot op vandaag maakt al wie deze bewuste begripsverwarring goed uitkomt er gretig gebruik van.

In 2007 werd, mede onder impuls van de 'Resolutie betreffende aandacht voor bijenteelt binnen het Vlaams beleid', het Praktijkcentrum Bijenteelt opgericht. Het Laboratorium voor Zoofysiologie van de Gentse Universiteit, samen met de onderzoeksgroep Moleculaire Plantenfysiologie van de Universiteit Hasselt spelen hierin een cruciale rol.

De Vlaamse Overheid voorzag 50.000 euro voor hun project: 'Predictie en Preventie van de Verdwijnziekte van Honingbijen'. Via het stuifmeel voorzien de bijen in hun behoefte aan eiwitten, vitaminen, vetten en mineralen. Het is van cruciaal belang dat jonge bijen gedurende de eerste 10 dagen van hun leven zeer veel stuifmeel tot hun beschikking hebben voor de ontwikkeling van hun lichaam.

Tijdens het voedsterbij-stadium is er stuifmeel nodig voor het produceren van voedersap, waarmee de larven, de darren en de koningin gevoed worden. Kortom, de kwaliteit van het stuifmeel bepaalt in belangrijke mate de sterkte en ziektegevoeligheid van een volk.

In de marge van de hoorzittingen en als imker heb ik prof Jacobs van Laboratorium voor Zoofysiologie van de UGent gevraagd of er, in het kader van het ggo-debat, in het onderzoek naar de oorzaken van de verdwijnziekte, de invloed van ggo-besmet stuifmeel op de vitaliteit van de bijen (zowel honingbijen als solitaire) mede opgenomen kon worden. Er werd daar niet op gereageerd.

Hoe is het mogelijk dat men in zo'n belangrijk dossier met zeer verstrekkende gevolgen de problematiek van ggo-besmet stuifmeel ter zijde schuift? En hoe is het mogelijk dat de Vlaamse overheid het niet nodig vond om te wachten op de resultaten van dit onderzoek vooraleer het Coëxistentiedecreet te stemmen?

Evenmin vonden noch de wetenschappers, noch de Vlaamse overheid het nodig de burger grondig en begrijpelijk over dit aspect te informeren. Schuldig verzuim. Het was dan ook te verwachten dat heel wat burgers dit niet zouden nemen en er actie moest van komen. Als onrecht wet wordt, is verzet een plicht.

In het ontwerp van decreet is er, onder bepaalde voorwaarden, een schadevergoeding voorzien voor bewezen economische schade bij besmetting door ggo’s. Deze schaderegeling is niet van toepassing voor niet-professionele landbouwers.

Wetende dat 95 procent van de imkerij in Vlaanderen in handen is van 'hobbyimkers', komen de imkers niet in aanmerking voor deze vergoeding bij aantoonbare besmetting van hun honing.

Maar ook voor professionele imkers stelt zich een probleem bij besmetting van hun honing. Hiervoor verwijs ik naar de uitspraak van het Verwaltungsgerecht Augsburg op 30 mei 2008. De honing van imker K.H. Bablok werd besmet met stuifmeelpollen van de genetische gemanipuleerde MAIS MON 810, waardoor die honing niet in de handel kon worden gebracht.

Het kwam tot een rechtsprocedure. Het Administratief Hof van Augsburg gaf het bevel tot de verbranding van de volledige jaaropbrengst aan honing. Er werd geen uitspraak gedaan in verband met de schadevergoeding en vergoeding van de analysekosten. Met de schaderegeling die in het Coëxistentiedecreet is voorzien, mogen de professionele imkers zich aan gelijkaardige beslissingen verwachten.

In dit kader is het merkwaardig dat het Voedselveiligheidsagentschap niet bij de totstandkoming van Coëxistentiedecreet betrokken werd en ook niet door de Commissie werd gehoord. Daardoor is het onduidelijk wat haar houding zal zijn bij het traceren van ggo-gecontamineerde honing.

In ieder geval is het duidelijk dat de imker nooit op enige schadevergoeding zal kunnen rekenen bij contaminatie van de honing. Dat de imkersbond hierop niet reageert is voor een stuk begrijpelijk. De gemeenschap van imkers is relatief oud. De imkerij is (gelukkig ) nog ambachtelijk.

Maar, en dit is niet onbelangrijk, deze bond is gesubsidieerd. Gesubsidieerd wel te verstaan door dezelfde regering die het ggo-decreet kost wat kost gestemd wilde krijgen.

Tijdens de bijeenkomsten van de commissie heb ik de imkersbond op de hoogte gebracht van de onvermijdelijke problemen die de introductie van ggo-gewassen in de landbouw met zich zou meebrengen. Er werd mij gemeld dat er binnen de vereniging niemand op de hoogte was van dit specifiek probleem.

De schade die Varoamijt bij de bijen teweegbrengt was toen een veel grotere zorg. Maar dat onze imkers na de introductie van ggo landbouwgewassen in Vlaanderen amper of, op termijn, geen ggo-vrije honing meer zullen kunnen oogsten zal die zorg rampzalig overstijgen.

Ik gaf al aan dat ik niet de moed en de durf had via de rechtspraak de coëxistentieregeling te contesteren. Ook was ik te laf om tijdens de optocht in Wetteren over de draad te springen, al was het maar uit solidariteit met de activisten. Maar eerlijkheidshalve had ik het moeten doen.

Want tot mijn grote verontwaardiging merkte ik op nog geen 50 meter van het ggo-besmet aardappelveld een bijhal met heel wat kassen. Men had het veld peperduur beveiligd maar het was blijkbaar bij niemand opgekomen dat bijen professionele verspreiders zijn van stuifmeel: een onvergeeflijke fout voor een wetenschappelijke instelling.

En of de kassen nu bevolkt waren of niet (een discussie die pas achteraf oplaaide), het was in ieder geval, samen met het spandoek “Hier groeien de aardappelen van de toekomst” een voorbeeld van hoe arrogant en uitdagend het VIB samen met BASF is.

Ik hoop dan ook dat de rechter komende 15 januari niet alleen de activisten ter verantwoording roept, maar evenzeer de wetenschappers en vooral de Vlaamse Overheid die, zoals hier aangetoond, systematisch alle argumenten van de imker tegen het gebruik van ggo-gewassen in de landbouw van de kaart heeft geveegd, en zo de fundamentele rechten van de burger heeft genegeerd.

Auteur: Johan De Schacht (imker) in De Wereld van Morgen, 08-01-2013
http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/01/09/aardappelveld-in-wette…

Henk Tennekes

vr, 11/01/2013 - 07:26

Tweehonderdvijftig actievoerders vertrouwden de geijkte democratische wegen niet en deden eind mei 2011 een directe actie om de GGO-patatten te verplanten op het veld van het maatschappelijk debat. In Wetteren zijn actievoerders erin geslaagd een proefveld met genetisch gemodificeerde aardappelen onbruikbaar te maken voor de wetenschap. Een 60-tal agenten was opgetrommeld om het veld te beschermen, maar dat kon de zowat 300 activisten niet tegenhouden. Daar kwam heel wat reactie op. “Als onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek om een nieuwe technologie uit te testen al niet meer kan in een democratisch land. Als dat al door een heel kleine actiegroep kan worden vernietigd, dan is dat heel jammer voor de toekomst van ons land”, haspelde de ongetwijfeld door emoties overmande professor Lieve Gheysen van de Universiteit Gent. Het zijn ‘hooligans’ (Marleen Temmerman, SP.a), die ‘het recht in eigen handen nemen’ (Steven Samyn, DM) en zich zo ‘buiten het debat plaatsen’ (de vijf Vlaamse rectoren). Volgens Johan Braeckman (UGent) konden de actievoerders zich evenmin beroepen op het legitimerende predicaat van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Hun actie week immers af van de door hem op maat gefabriceerde definitie. De Vlaamse minister-president Kris Peeters is naar Wetteren gereisd om duidelijk te maken dat maatregelen zouden worden getroffen tegen de actievoerders.

Het meest interessante zinnetje om de ‘politieke operatie’ te duiden die hier door een breed front van opiniemakers en gezagsdragers is opgezet, is de uitspraak van de vijf rectoren. De actievoerders plaatsen zich volgens hen buiten het debat. Hier valt nogal wat op aan te merken.

Ten eerste was er voor zondag 29 mei – zoals al heel wat mensen opmerkten – geen GGO-debat in Vlaanderen, laat staan een breed debat over landbouw, ecologie en sociale rechten. We kunnen ons afvragen hoe je je buiten een debat kan plaatsen dat je zelf hebt mogelijk gemaakt.

Ten tweede zijn het de bovenvermelde critici die direct of indirect door de gemeenschap betaald worden om een dergelijk debat op gang te brengen. Dat is niet gebeurd. Is dat een geval van vooringenomenheid of (on)schuldig verzuim?

Ten derde mogen we ons niet blindstaren op de retoriek van onze rectoren. Door te stellen dat de actievoerders zich buiten het debat plaatsen, maken ze zelf de actievoerders en vooral hun methodes net meer dan ooit tot onderwerp van het maatschappelijk debat. Dit lijkt eerder een schijnbeweging. De operatie is er in wezen op gericht zichzelf, de eigen ‘democratische’ methodes en de relevante discussie over de GGO’s en landbouw op zich, uit het publieke debat te houden. Het is een wat bruuske zet om het debat te ‘normaliseren’ en er weer een ‘non-debat’ van te maken.
We kunnen ons hier afvragen of de verontwaardiging van al die opiniemakers , politici en academici niet eerder gespeeld is. Zijn Kris Peeters en de Vlaamse rectoren nu echt verbaasd dat in het België van de politieke impasse, of in het Europa van het ‘socialisme voor de rijken’ heel wat geëngageerde mensen de geijkte democratische paden verlaten? Parlementaire vragen, verzoekschriften, juridische steekspelletjes… Politici zeggen over elkaar al van die dingen als “wie gelooft die mensen nog” (Yves Leterme). Waarom zouden actievoerders dan nog geloven dat ze zonder ‘shock’ een ernstig maatschappelijk debat kunnen teweegbrengen over een belangrijk maar volledig genegeerde kwestie als deze GGO’s?
Het ligt helaas iets ingewikkelder dan een minister-president met een passie voor wetenschap. Wetenschappers worden aangemoedigd om relaties aan te gaan met derden, waardoor fundamenteel onderzoek onder druk staat. Het gaat niet enkel om commerciële onderzoeken, ook de overheidsopdrachten waar universiteiten naar dingen, zijn opgelegde keuzes. Allemaal quasisurrogaten voor wetenschap. Drammerige professoren als Gheysen willen hun onafhankelijkheid met alle geweld bewijzen, hoewel iedereen weet dat het daar in de praktijk pover mee is gesteld.
Bronnen:
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/oostvlaanderen/1.1034648
http://www.dewereldmorgen.be/blog/natan/2011/06/06/patattenoorlog-in-de…
http://ikhebaltijdgelijk.wordpress.com/2011/06/06/een-patent-op-een-ona…